Reglement 
superzware klasse autorodeo
 Wilp-Achterhoek 2024

Het reglement voor de superzware klasse is gelijk gesteld aan het reglement met de bangers in Emmen. Uitzonderingen hierop zijn in dikgedrukt en onderstreept aangegeven. Zo kunnen auto’s die daar een wedstrijd hebben gereden, zonder aanpassingen toegelaten worden voor de superzware klasse auto rodeo Wilp-Achterhoek 2024. Voor de superklasse zijn zowel voorwiel- als achterwiel aangedreven auto’s toegestaan. Hieronder het volledige reglement inclusief algemene regels voor de autorodeo Wilp- Achterhoek 2024. Rijders zijn verplicht dit reglement goed en nauwlettend door te lezen. Veiligheid en Respect voor elkaar staan voorop!

Algemene regels:

• Een coureur dient in bezit te zijn van een rijbewijs.

• Wanneer een coureur bij andere organisaties voor zware delicten geschorst is, kan de wedstrijdleiding deze coureur weigeren.

• Het is voor coureurs verboden voor het rijden om drugs of alcohol te gebruiken. Men dient mee te werken aan eventuele controle. Ook na de DD mag er op de baan geen alcohol gedronken worden! Een coureur is ten alle tijde verantwoordelijk voor monteur en eventuele aanhang. Eventuele gevolgen komen ook bij de coureur te liggen.

• Rijderswissel of autowissel (zonder toestemming) is verboden.

Deze passage heeft geen betrekking op het reglement voor Wilp-Achterhoek regels m.b.t. de pits/rennerskwartier:

• Een coureur is er verantwoordelijk voor zijn gedeelte in de pits net zo achter te laten als dat hij dit aan het begin van de dag heeft aangetroffen.

• In de pits is het alleen toegestaan om stapvoets te rijden. (dus geen testrondjes) ook met vrachtwagens en aanhangers bij het aankomen en vertrekken. Houd goed rekening met elkaar ook bij het rechttrekken van auto’s, laden of lossen.

• Het is verplicht in de pits te allen tijde een milieukleed onder de auto te hebben. Wanneer je een milieukleed of zeil bent vergeten, zijn deze verplicht te koop bij de organisatie.

• Er zijn geen passagiers toegestaan in de auto.

• Keuren gebeurt alleen in het bijzijn van coureur en keurmeesters. Dus zonder monteur of aanhang. Auto dient volledig wedstrijd klaar te zijn bij keuring, inclusief helm, nekband en kleding. Wedstrijdleiding kan op elk moment de auto aan een herkeuring onderwerpen.

Veiligheidsregels op de baan

Alle vlagsignalen moeten onmiddellijk gehoorzaamd worden.

1. rood: onmiddellijk stoppen! Dus niet doorrijden!

2. wit: (her) starten wedstrijd

• Het dragen een deugdelijke nekband is verplicht evenals Brandwerende/vertragende kleding, te weten; onderkleding, overall en handschoenen.

• Voor aanvang van elke heat wordt er opgesteld in de fuik. We verzoeken iedereen om tijdig op te stellen in de fuik zodat de rodeo zich snel kan vervolgen na het eindigen van de vorige manche.

• Het is verboden om tijdens de rodeo uit te stappen. Dit mag alleen bij een rode vlag situatie. Houd goed (oog)contact met de scheidsrechters om volg de aanwijzingen van hen op.

• Niet alleen de bestuurdersdeur, maar gehele gedeelte tussen voorwiel en achterwiel bestuurderszijde is veiligheidszone en mag niet op in worden gereden.

• We vragen de rijders hun ‘gezonde’ verstand te gebruiken. Drank en drugs zijn te allen tijde verboden. Onnozel gedrag op en rondom de baan en rennerskwartier wordt niet getolereerd. Geweld naar wedstrijdleiding, officials, keurmeesters, hulpverleners, medecoureurs of andere vrijwilligers leidt tot levenslange schorsing! Wedstrijdleiding en officials hebben het ten alle tijde voor het zeggen. Bij overtredingen van bovenstaande regels of andere onacceptabele feiten zullen maatregelen worden genomen.


Regels voor het bouwen

• Type auto:

– Voorwiel- en achterwiel aangedreven.

– minimale grote ongeveer van Volvo 240, Ford Granada, jaguar, Amerikanen etc.

– Geen 4×4, geen cabriolet, geen bussen, geen MPV’s of S.U.V.s.

– Auto’s met een chassis, gebaseerd op een truck worden niet toegestaan.

– Bij twijfel contact opnemen met organisatie.

• Strippen auto:

– Al de spiegels, plastic en interieur (inclusief volledig dashboard) verwijderen, en al het glas uit de auto halen, ook uit de ruitsponningen.

– Volledige trekhaak, en reservewiel inclusief beugels verwijderen.

– Benzinetank volledig verwijderen.

– Alleen originele bumpers gebruiken, eventueel schokdempers tussen de bumper en chassisbalk lek maken en indrukken of verwijderen. Bumper bij Amerikanen degelijk vastlassen of bouten aan het chassis. Bij Volvo 7 en 9 serie verplicht de voorbumper te vervangen met een metalen strip of ketting. Voorwaarden strip: max 3mm dik en 10cm hoog. Deze moet omgevouwen worden rond de balk (max 15cm) en met max. 2 bouten aan elke zijde degelijk bevestigd worden. Deze strip is alleen toegestaan bij auto’s zonder bumper. Een degelijke ketting (schakels 0,8-1.4cm) tussen chassisbalken is toegestaan mits degelijk vast gebout en ongelast.

• H frame:

– Een deugdelijk H frame met minimale kokermaten 80mm X 80mm X 3mm. Geen bouwstempels Hieraan deugdelijk bevestigt de accubak. De accubak mag max 35cm diep zijn en mag niet ter versteviging dienen. Het H-frame is voorzien van een gesloten gordelgeleider op schouderhoogte waarin de gordel vrij kan bewegen zonder beschadigd te raken. Zie hieronder in de schets. De bevestigingsogen van de schoudergordels zo hoog mogelijk (hoe hoger hoe minder stretch) en de bevestigingsogen van de heupgordels zo laag mogelijk. (hoek van 45gr naar beneden) Indien er kettingen gebruikt worden moeten deze zijn voorzien van dichte schakels van tenminste 5mm dik. (In overleg is een andere maat of vorm van een H frame ook mogelijk zo adviseren we kooi met extra frame van dwarsligger naar de staander om extra bescherming naast de stijl te bieden)

– Bij elke staander minimaal 2 bouten met spiegelplaten of ten minste 5 cm grote schijven door dak en vloer doorbouten met minimaal m12. De kooi door het dak met tenminste 4 bouten vastzetten. De uitschuifstukken van de staanders dienen met m12 geborgd te worden. Bij een uitschuifkooi is het verplicht om 15cm onder het einde van elke staander één gat te boren van tenminste 10mm. Door dit gat kunnen de rijder en de keurmeesters snel controleren of de inschuifstukken diep genoeg de staanders gaan en op de juiste hoogte geborgd zijn.

– De staanders voorzien van vierkante plaat met minimale afmetingen van 125mm vierkant. De voetplaat aan passagier zijde niet meer dan 5 cm buiten de staander uitsteken. Geen aanvullende steunen of beugels aan de achterzijde van de kooi.

– Dwarsbalk dient deugdelijk vast gelast te zijn aan staanders. Eventueel aan de bestuurderskant met een plaat vastbouten aan de B stijl.

– De stoel dient op schouderhoogte goed vastgemaakt te zijn aan de kooi of B stijl.

– Topbar bovenaan tussen de staanders is verplicht min 40mm X 40mm, max 10 cm vanaf dak

– Het H-frame moet rechtop staan, mag niet geknikt zijn of in dezelfde schuinte als de stoel staan. (achterover hellend)

– Achter de bestuurderstoel mag er een stalen plaat aan de kooi gebout worden om de bestuurder extra te bescherming te geven.

• Deurplaat, voetenbak en dakplaat:

– De deurplaat is verplicht. Deze moet minimaal 10 cm en mag maximaal 25 cm voorbij midden van de A en de B stijl komen, met een minimale hoogte van 40 cm, en minimaal 10 mm dik. Hij moet met minimaal 6 bouten M12 bevestigd zijn. We adviseren de kooi (met min 2 bouten) aan de deurplaat en b-stijl bijrijderskant te bevestigen. Dit om te voorkomen dat een H frame voorover komt. b. Het is verplicht 2 bouten door de A stijl en 2 bouten door de B stijl/ of de kooi te hebben. Dit moeten minimaal M12 bouten of draadeinden zijn. Het is niet toegestaan hier wartels en centerpennen voor te gebruiken. Bij een 2 deurs auto (dus geen B-stijl) dienen de bouten door het H frame bevestigd te worden. Hierbij moeten de tussenruimtes om de draadeinden opgevuld worden met een koker.

– Het is niet toegestaan een 3e raamstijl te plaatsen (koker van dakplaat tot motorkap) ook de bekende raambanden (zonneklep) bovenin is niet toegestaan.

– Dakplaat is alleen verplicht te plaatsen ter vervanging van het zonnedak. Het dient een metalen plaat te zijn van max 6 mm dik. De plaat mag gelast of gebout worden. De max afmetingen hiervoor zijn 10 cm overlapping rondom het zonnedak. Aan bijrijderskant is een gezette rand over de deur(en) toegestaan. In deze rand mogen maximaal 3 bouten geplaatst worden. (Deze tellen niet mee)

– Voetenbak of plaat is verplicht. Deze moet het volledige gedeelte van de vloer, waar de voeten zich bevinden, bedekken. Vloerplaat dient met minimaal 4 bouten minimaal M10 met carrosserie ringen vast gezet te worden. Voetenbak mag aan de tunnelstrip en/of deurplaat vastgebout worden. Er mag eventueel een koker/framewerk onder stoel door naar de voetplaat van de kooi gemaakt worden.

Versteviging:

– Bestuurders deur mag volledig dichtgelast worden. Deugdelijk gelaste/of geboute topbar in bestuurders deur is verplicht. In het achterportier bestuurderskant mag er max 25 cm topbar gelast worden. In bovenrand bijrijdersdeur mag er een kokertje van max 3cm gebout worden (max 1x m12) tegen uitzetten van de deur. (deze bout telt niet mee) Topbar is niet toegestaan. De bijrijdersdeur mag onderaan in het midden d.m.v. een gelaste plaat (max 10 bij 15cm) met de dorpel verbonden worden! Als extra beveiliging bij een T-bone.

– De andere deuren moeten met bouten vastgezet worden. Maximum aantal bouten is 5 stuks per deur hierbij mogen platen gebruikt worden, deze mogen niet groter zijn dan 10 cm rond of vierkant. Niet lassen! De B-stijl mag met het dak verbonden worden door een strip te lassen, max 5cm breed en 15 cm hoog. Deze strip/bout telt niet mee met het aantal deurbouten.

– Wanneer men hiervoor schetsplaten gebruikt maximaal 5 bouten per plaat. Maximale afmetingen van de plaat is 30cm X 30cm. (een bout in het midden van de stijl/plaat telt van de helft mee met voordeur en helft met achterdeur.) Minimaal m10 max m16.

– Afgordelen van de A en B stijlen is verplicht dit over een lengte van 25cm. Het is verplicht de stijlen van de deuren te borgen; óf gordelen óf bouten óf allebei.

– Driehoekige platen (hoekflappen) aan de achterzijde van de motorkap zijn verplicht. Deze mogen gelast of gebout worden (Alleen bij polyester/plastic/ Aluminium voorschermen eventueel hoeklijn op binnen scherm lassen/bouten en de hoekflap hierop vastbouten). De overlapping van de motorkap mag maximaal 40 cm lang zijn. Bij de Volvo 7 en 9 serie modellen is het verplicht deze driehoek platen te lassen waarvan de kortste lengte minimaal 40 cm is. Deze dient over beide zijden volledig gelast te zijn. Driehoek plaatjes om de raamstijl te verstevigen alleen aan bestuurderszijde, max 10 x 10 cm.

– Motorkap dient goed vastgezet te worden, dit met maximaal 4 bouten of centerpennen. Motorkap op de originele plek houden dus niet verder naar voren. Bouten of centerpennen mogen maximaal 5cm boven moer of wartel uitsteken. Het is verplicht om de wartel te borgen met tape of trekbandje. Motorkap gaten (bijvoorbeeld Mercedes E klasse) mogen worden dichtgemaakt max 2mm plaat en 6 bouten.

– Het is toegestaan crashtubes te gebruiken. Dit mag alleen een losse koker zijn rondom bouten, draadeinden of centerpennen. Ze mogen geen eindplaten hebben of vastgebout/vast gelast worden.

– Platen voor het vastzetten van de motorkappen mogen niet groter zijn dan 15cm X 15cm. Het is toegestaan om, per zijde max 2, kleine kokertjes vd centerpennen op de chassis balk te lassen, niet groter dan 3 cm X 3 cm en niet hoger als 5 cm.

– De kofferklep mag vastgezet worden met maximaal 4 bouten. Of 4 plaatjes lassen van 5 cm. Geen centerpennen of crashtubes gebruiken! (per kant van het plaatje of lassen of bouten, niet beide) j. Het is toegestaan de voorschermen om te vouwen en eventueel met maximaal 2 bouten per scherm vast te zetten, hierbij geen platen of strippen gebruiken.

– Wielrand achter mag maximaal voorzien worden van 3 bouten.

– Het is toegestaan een kleine beugel te maken voor de ophanging van het stuur. Het is niet toegestaan bouwstempels of kokers tussen de A stijlen te plaatsen.

– De versnellingsbak mag met 1 of meerdere steunen vastgezet te worden. Deze steunen mogen samen maximaal 40 cm breed zijn(gemeten op breedste punt), en niet breder dan de binnenste chassisbalken. De baksteun dient zich alleen onder de versnellingsbak te bevinden.

– Het is toegestaan om maximaal 2 tunnel strips te monteren. Deze niet groter dan 50cm X 10cm. Een verbinding over/tussen de tunnel(strips) is niet toegestaan.

– Het is toegestaan de stuurarmen en draagarmen te verstevigen. Dit door er extra materiaal aan te lassen. Deze dus niet vervangen door zelfgemaakte exemplaren.

– Subframes mogen rondom de originele boutpunten vastgelast worden, aan elke kant maximaal 2 plaatjes van maximaal 5 cm breed. Dus niet volledig af lassen of platen van 10cm breed gebruiken!

– Binnenscherm mag niet extra verbonden worden aan de chassisbalk. Bovenste draagarm Jaguar mag met 1 bout door binnenscherm bevestigd worden.

– Bij een Amerikaanse auto is het toegestaan de carrosserie en chassis aan elkaar vast te maken. Dit mag in het passagierscompartiment gelast of gebout worden. Dus niet in kofferbak of motorruimte.

– Het is niet toegestaan om purschuim (of andere vormen schuim), hout en beton te gebruiken in de auto.

– Achter wielbakken mogen aan de bodemplaat of chassisbalk vastgelast worden met 2 mm dik materiaal van 10 x 10 cm of 2 plaatjes max 10cm hoog x 5 breed cm per kant. Geen dikke hoeklijnen.

– Bij autos met een los stuurhuis welke voor de vooras uit komt, zoals bij verschillende Amerikanen en Engelse auto’s, is het toegestaan een strip op de chassisbalk te lassen direct naast het stuurhuis. (maximum afmeting vd strip zijn 5cm hoog, 5mm dik en niet langer dan het stuurhuis)

– De auto’s mogen voorzien worden van maximaal 6 losse trekogen. Deze moeten gebout worden met max 1 bout en minimaal m12 max m16. niet lassen!! platen mogen max 10×10 cm zijn.

– Autos zonder B stijl zijn verplicht om een kooi met zijwaartse bescherming tussen deur en dak te gebruiken of minimaal een 40×60 koker deugdelijk tussen dak en deuren te lassen ter hoogte.

– Het is niet toegestaan om auto’s op wat voor manier dan ook verder te verstevigen.

• Brandstof systeem:

– Mechanisch aangedreven pompen mogen vervangen worden door elektrische pompen. Let vooral bij injectie auto’s op dat de leidingen deugdelijk zijn, goed vastzitten zowel onder motorkap als in de auto (bij voorkeur dubbel geborgd met goed passende slangklemmen) en op een veilige plek lopen. Dit ivm de hoge druk die op het systeem staat en het bij behorende brandgevaar. Bij injectie na de pomp zoveel mogelijk originele leiding te gebruiken. Geen plastic inlaatspruitstuk toegestaan.

– De originele tank moet compleet verwijderd worden inclusief vul pijp. De brandstoftank is een gelaste stalen tank (dus geen alu). Maximale inhoud ongeveer 15 liter. Deze tank heeft geen scherpe uitstekende delen en is zo laag mogelijk aan de voorkant van de kooi bevestigt, om contact met arm of schouder te voorkomen. De tank mag op geen enkele manier lekken en moet voorzien zijn van een metalen vuldop. Alle aansluitingen dienen bovenop de tank te zitten ontluchting van de tank is voorzien van een terugslagklep, en eindigt onder de auto.

– Alle leidingen moeten originele brandstofleidingen zijn en in goede conditie; geen stalen omvlochten leiding of tuinslang. De leidingen dienen deugdelijk bevestigd te zijn.

– Een benzinekraan in de aanvoerleiding is verplicht en dient binnen handbereik van coureur bevestigt te zijn.

– De brandstoftank met voorkeur aan de voorzijde van de kooi plaatsen. Een 10 mm stalen plaat of een degelijk kokerframe moet tussen de tank en de bijrijdersdeur vanaf het H-frame naar voren steken om deze te beschermen bij een zij-inrijding. Als de tank aan de achterkant van de kooi zit dient hij beschermd te worden met een plaat van tenminste 6 mm.

• Elektrisch systeem:

– Accu’s dienen vastgezet te worden met een degelijke ratelsjorband of draadeinden met een metalen strip over de accu. De accupolen goed beschermen om kortsluiting te voorkomen, en de accu bedekken met een materiaal wat accuzuur tegenhoudt. Accu’s moeten bevestigd worden aan de kooi.

– De bekabeling dient volledig geïsoleerd te zijn en op een correcte manier aangesloten. Niet provisorisch met plakband of iets dergelijks in elkaar plakken.

– Ontsteking en starten met behulp van een schakelaar of contactgebeuren, op een dusdanige manier dat dit door de coureur altijd te onderbreken is. Vonkvrij starten is verplicht!

– In alle klassen zijn 2 massa schakelaars verplicht! Deze moeten aan de linker, en rechterzijde van de auto, aan de beugel, bevestigd worden. Zodat de coureur of een official de auto en brandstofpomp van beide zijden altijd kan uitzetten (een massaschakelaar aan bijrijderskant met trekkoord aan bestuurderskant is ook akkoord).

  • Voor de superzware klasse in Wilp-Achterhoek is dit niet verplicht maar als je het er al op deze manier in hebt zitten is dit uiteraard toegestaan. Wel is minimaal 1 massaschakelaar verplicht zodat je auto ten allen tijde door een scheidsrechter of brandweerman uitgezet kan worden.

• Koelsysteem:

– Alle soorten watertanks moeten onder de motorkap blijven. De motorkap moet hierbij zijn originele vorm houden. Het is niet toegestaan een U tank te gebruiken. L tanks mogen zich enkel naast de motor en achter de carburateur bevinden, en niet verder dan de voorkant van de motor uitsteken. De watertank mag aan 1 veerpoot bevestigd zijn.

– Watertanks dienen vastgezet te worden met bouten of draadeinden. Dus niet lassen!

– De watertank mag geen vaste verbinding (bout/laswerk) hebben met het chassis.

– Het is niet toegestaan watertanks door de vuurwand heen te laten steken. Wanneer er originele gaten in de vuurwand zitten dienen deze dichtgemaakt te worden.

– Elke watertank moet voorzien zijn van een overloop, deze moet zich onder de motorkap bevinden en onder de auto te eindigen. Bij gesloten motorkap mag geen koelslang in het zicht zijn. Anders afkeur! Bij autos waarbij de watertank met gesloten kap (gedeeltelijk) bloot ligt (bijvoorbeeld Volvo 7 en 9 serie, en omega’s) moet de bovenkant van de watertank afgeschermd worden. (bijvoorbeeld met rubbermat) f.

– Het is niet toegestaan gaten in de motorkap te slijpen om de watertank passend te maken. Enkel alleen voor de vulopening een klein gat van max 15 cm X 15 cm.

– Wateraansluitingen aan het blok mogen vervangen worden.

• Motoren en versnellingsbakken:

– Het is toegestaan motoren en versnellingsbakken te wisselen. Motorsteunen en baksteunen mogen vervangen worden maar dienen op de originele punten van de auto bevestigt te zijn en minimaal 5 cm. van de chassisbalken af te staan. Motorsteunen enkel op de vooras. Extra frames en andere beugels zijn niet toegestaan. Een normale versnellingspook-knop is verplicht!

– Injectie is toegestaan. Turbo’s, superchargers of andere vormen van drukvulling zijn niet toegestaan.

– Het ombouwen van motoren moet zo gebeuren dat de vuurwand origineel en compleet blijft. Eventueel een kleine opening voor ontsteking is toegestaan.

– Een vlakke plaat voor de motor is toegestaan. Voor bescherming van carter t/m kleppendeksel. Deze mag niet groter zijn dan de voorkant van de motor. De motorplaat mag eventueel aan de motorsteunen gebout worden. Het carter van de motor mag beschermd worden. Bijvoorbeeld door middel van een plaat aan de onderzijde van de motorplaat tot aan de motorsteun. Eventuele poelies mogen vervangen worden voor kleinere en/of mogen afgeschermd worden.

– Elke verdere vorm van tuning is toegestaan.


• Carburateur en inlaatsysteem:

– Injectiemotoren mogen omgebouwd worden naar carburateur. Welk merk, type of afmetingen men hiervoor kiest mag men zelf weten. Inlaten dienen deugdelijk te zijn en van metaal vervaardigt. Er mag op geen enkele manier ergens brandstof lekken. Eventueel dubbele klemmen gebruiken aan de carburateur.


• Banden, veren, remmen, assen, differentieel en uitlaat:

– Banden en wielen dienen deugdelijk en passend te zijn en voorzien van alle moeren. Wielloodjes moeten verwijderd worden! Het is niet toegestaan trekker profiel of noppenbanden te gebruiken. Rallybanden of elke band met vergelijkbaar rally/blokprofiel zijn op de aandrijvende as verboden. Opgesneden banden mogen wel (max. tussenruimte is 1 cm tussen het profiel). Het is niet toegestaan om touwen, gordels of andere dingen om de banden te doen. Voor de superzware klasse mag je dus wel rallybanden of opgesneden banden gebruiken als je dit zou willen. Rallybanden niet op de aandrijvende wielen!

– Veren dienen deugdelijk vast te zitten en mogen op geen enkele manier van de auto los kunnen komen. Dus Volvo veren vastmaken met gordels of degelijke klemmen.

– Remmen moeten werken, het is verplicht dit deugdelijk te hebben. Dit niet alleen voor eigen veiligheid maar ook dit van een ander (vooral ook in het rennerskwartier)

– Achterassen mogen gewisseld worden maar dienen op originele wijze vastgezet te worden dus geen onnodige extra beugels of frames. Dit verwisselen moet dusdanig gebeuren dat de bumperhoogte origineel blijft en zwanenhalzen achter niet met elkaar verbonden worden. Als bumpers te hoog komen gedurende de wedstrijddag dan verwijderen, bijvoorbeeld bij yanks.!

– Voorassen mogen gewisseld worden; max 2 x 5 cm brede platen lassen per zijde. Indien er ander subframe gemonteerd wordt mag het geheel niet aanmerkelijk sterker worden als origineel. Dus geen extra subframes/ voorassen zie zwanenhalzen verbinden. Dan achteraan en in het midden vastzetten met een plaatje. Bij twijfel vooraf contact opnemen met organisatie.

– Vooras (delen) mogen alleen met toestemming van de organisatie gewisseld worden door zelfgemaakte constructies. Deze constructies moeten identiek zijn aan de originele delen.

– Differentieel mag gewisseld worden. Eventueel sperdifferentieel is toegestaan. Ook hier geen extra beugels of frames.

– Uitlaatsysteem moet onder de kap deugdelijk zijn en uitlaten dienen minimaal de lengte te hebben om onder de auto te eindigen.


• Veiligheidsvoorschriften:

– Het is verplicht deugdelijke gordels (zonder rafels, scheuren etc.) te gebruiken. Deze dienen deugdelijk vastgezet te worden aan de kooi of voetenbak. Een vijfpunts gordel is verplicht.

– Een fatsoenlijke hoofdsteun aan de stoel of kooi is verplicht. De stoel dient goed vastgezet te worden aan de beugel of b stijl en mag in geen geval loskomen tijdens de wedstrijd.

– De stoel mag niet uit één deel bestaan. Dus geen kuipstoelen uit 1 deel.

– Helm is verplicht, deze moet er netjes en onbeschadigd uitzien. Het schuim aan de binnenkant mag niet uitgedroogd of gescheurd zijn. Een bril of vizier is sterk aan te raden

– Deugdelijke nekband is verplicht. Hans/ simpson-systeem is toegestaan.

– Het is verplicht een brandvertragende/brandwerende overall en handschoenen te dragen. (Nomex/ Proban/ EN 531 of FIA codering). Deugdelijk schoeisel is verplicht. Geen gympies!

– Het is niet toegestaan om vlaggen, reclameborden of andere onnodige attributen op of in de auto te plaatsen. Geen obscene teksten/afbeeldingen.

– Het is verplicht de stuurkolom en de B-stijl met schuimrubber oid te beschermen.


• Daknummers:

– Het is verplicht een daknummer te monteren op de auto. Hoogte hiervan moet 35 cm zijn. De minimale breedte van de cijfers is 15 cm. De plaat zelf moet een witte kleur hebben en het nummer moet zwart zijn. De plaat mag maximaal 3mm dik zijn en mag verder niet ter versteviging dienen.

– Het startnummer moet aan beide zijden duidelijk zichtbaar zijn, en deugdelijk bevestigd zijn met minimaal 4 bouten m8. Dus geen zelftappers! Dakbordje mag niet achter de auto uitsteken!

Dit reglement wordt uiteraard uitgebreid met de standaard regels van de autorodeo Wilp-achterhoek, zoals hieronder beschreven.


Algemene regels:

– Er zijn 2 vlagsignalen. Witte vlag is starten wedstrijd. Rode vlag is onmiddellijk stoppen! Bij het eindigen of tussentijds stoppen van de race zal tevens een scheepshoorn klinken. Let goed op de zijkanten waar de vlaggers staan, stop direct indien er gevlagd wordt.

– Het is niet toegestaan om auto’s te kantelen voor reparatie.

– Het is niet toegestaan om auto’s moedwillig op te blazen.

– Het is niet toegestaan om auto’s in de brand te steken.

– Het is niet toegestaan om open vuur in het rennerskwartier te maken.

– Het is verboden voor deelnemers om onder invloed van drugs of alcohol te zijn, op straffe van diskwalificatie.

– Passagiers zijn niet toegestaan. Om ongelukken te voorkomen mag er tijdens de keuring, het op- en afrijden van het terrein en in het rennerskwartier niemand in of op de auto zitten (op de bestuurder na).

– Het is verboden om op de bestuurdersportier in te rijden, op straffe van diskwalificatie.

– Tijdens de manche is het niet toegestaan om uit te stappen. Alleen in een onveilige situatie zal een vlagger hierbij helpen. Zoek dus oogcontact met een vlagger als je je niet meer veilig voelt. Stap nooit uit voordat de vlagger toestemming geeft.

– Het is niet toegestaan om van auto te wisselen zonder dit overlegd te hebben met de wedstrijdleiding. Het wisselen van auto gebeurd altijd in overleg met de organisatie en door rijders onderling. Monteurs of meegereisde toeschouwers mogen ten allen tijde niet deelnemen aan de autorodeo, ook al is de rijder niet meer in staat in zijn of haar auto deel te nemen.

– Het is niet toegestaan om de auto te versterken anders dan in dit reglement is aangegeven.

– Het is niet toegestaan om de auto na de keuring aan te passen, waardoor deze niet meer voldoet aan onderstaande eisen. Worden er onreglementaire aanpassingen aan de auto geconstateerd dan word toegang tot de manche ontzegt.

– Voordat de manche begint stellen alle rijders op in de “fuik”. Het is de verantwoording van de rijder om je hier tijdig te melden. Wanneer je niet op tijd in de fuik staat, zal de manche van start gaan zonder jou!

– Goedgekeurde auto’s mogen tot na de deelname niet van het terrein af.

– Alcoholhoudende dranken zijn niet toegestaan in het rennerskwartier, dus ook niet voor monteurs.

– In het rennerskwartier is het alleen toegestaan om stapvoets te rijden. (dus geen testrondjes). Keuren gebeurt alleen in het bijzijn van coureur en organisatie. Dus zonder monteur of aanhang. Auto dient volledig rodeo-klaar te zijn bij keuring. Melden inclusief: Integraalhelm, nekband, overall en handschoenen. Zorg dat de accu vaststaat en is ingepakt.


Uiteraard vragen we alle rijders hun “gezonde verstand” te gebruiken bij het bouwen maar ook op de racedag zelf!


Het is verplicht om:

– Zorg te dragen voor de veiligheid van publiek, deelnemers en helpers van het evenement.

– In het bezit te zijn van een geldig autorijbewijs en deze met de inschrijving en op de zondag van de race mee te nemen. De leeftijdgrens van 18 jaar en ouder is hiermee niet meer van toepassing.

– Uitsluitend met een lege auto te komen (geen oude bekleding, reservewielen o.i.d. in de auto)

– De gehele auto in het rennerskwartier op het zeil te plaatsen, de organisatie ziet hier i.v.m. de vergunning streng op toe. Een zelf mee gebracht zeil is verplicht. Bij ontbreken van een zeil bij de keuring is deze verplicht te koop bij de organisatie!

– Op zondag voor 9:00 uur aanwezig te zijn op het rennerskwartier.

– De auto op zaterdag tussen 13:00 uur en 16:00 uur of zondag tussen 9:00 uur en 11:00 uur voor de verplichte keuring aan te bieden.

– De aanwijzingen van de officials op te volgen (rode vlag en/of sirene is onmiddellijk stoppen).

– Zich bij de wedstrijdleiding te melden bij verlies van een polsbandje. Bij diskwalificaties wordt het rijderspolsbandje afgenomen.

– De gebruikte plek op het rennerskwartier na afloop schoon achter te laten. De organisatie zorgt voor een vuilniszak voor elke rijder. Gebruik deze ook waarvoor deze bedoeld is. Met het schoonmaken van je eigen plek doe je de organisatie enorm veel plezier. Kleine moeite groot gemak!

Een rijder is ten allen tijde verantwoordelijk voor monteur en eventuele aanhang.

Eventuele gevolgen komen ook bij de rijder te liggen.

• Zaterdag keuren van 13:00 uur tot 16.00 uur

• Zondag keuren van 9:00 uur tot 11:00 uur

Wanneer je auto is afgekeurd is er kans tot herkeuring van de auto. Je bent als rijder zelf verantwoordelijk voor het opnieuw aanbieden van de auto. Je sluit dan gewoon weer aan in de rij. Biedt je de auto niet opnieuw aan, dan kan je helaas niet deelnemen aan de wedstrijd!

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de wedstrijdleiding en heeft daarin het laatste woord.


Polsbandjes

Voor 2024 is het systeem met bandjes op de schop genomen. Een rijder dient 3 bandjes te hebben;

1. Entree bandje: met dit bandje heb je de gehele dag toegang tot het terrein en tent

2. Rijders bandje: hiermee kun je deelnemen met de rodeo

3. Rennerskwartier bandje: hiermee heb je toegang tot het rennerskwartier.


Op zondagochtend dient de rijder zich te melden bij de hoofdingang van het rennerskwartier (zie blauwe pijl). Na het tonen van je rijbewijs, ontvang je hier de 3 bovengenoemde bandjes. Je ontvangt standaard 1 extra rennerskwartier bandje. Dit bandje kun je ter plekke, of eventueel later in de ochtend, aan je monteur geven. Let op: de monteur dient wel zelf een entree ticket te kopen!

U dient op zondagmorgen uiterlijk om 9:00 uur aanwezig te zijn en bij de auto te blijven tot deze is gekeurd bij de ingang. Alleen auto en rijder bij de keuring, niet de gehele meegekomen aanhang, deze kunnen via een aparte ingang een bandje krijgen voor toegang tot het terrein! De organiserende vereniging kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor schade door u geleden of toegebracht. Bij het niet naleven van dit reglement kan de deelnemer/deelneemster worden uitgesloten van verdere deelname, eventueel ook voor de komende jaren. De organisatie heeft ten allen tijde het recht tot herkeuring van de auto op de wedstrijddag zelf!

De organisatie wenst iedere rijder succes met het bouwen van de auto en veel plezier op de wedstrijddag zelf. Bedankt voor je opgave en deelname en hopelijk tot volgend jaar!